People sitting in an office behind their desks. All the screens are turned on.
Photo by Israel Andrade on Unsplash

Diversiteit in Nederlandse media nog altijd ver te zoeken, dit is waarom

Nicky Nathaniël Papilaja

--

Naar aanleiding van de oplaaiende discussies omtrent etniciteit en diversiteit in het afgelopen jaar heb ik voor mijn masterscriptie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzoek gedaan naar de huidige diversiteit binnen de Nederlandse media. Niet zo zeer om dit te kunnen uitdrukken in percentages, wél om te begrijpen hoe mediamakers hier tegenaan kijken. In deze verkorte versie zal ik het onderzoek uitleggen, de resultaten delen, en een blik op de toekomst werpen. Het volledige onderzoek (in het Engels) kan hier worden gedownload.

Het onderzoek en deze verkorte versie zijn uitgevoerd en geschreven door Nicky Papilaja, mediamaker van kleur, werkzaam bij onder andere het Algemeen Dagblad.

Black Lives Matter

In de zomer van 2020 kwam het gesprek over ongelijkheid en discriminatie ook in Nederland sneller op gang. Duizenden mensen gingen de straat op om te protesteren voor gerechtigheid voor de dood van George Floyd in de Verenigde Staten, eveneens voor institutioneel racisme in Nederland. De effecten van deze demonstraties sijpelde door in de verschillende lagen van de samenleving, en bereikte zo ook de redacties van de Nederlandse media.

Schrijven we nu wit of blank? Zeggen we tot slaaf gemaakt? Moeten we nu een afbeelding van een zwart persoon gebruiken voor diversiteit op de website? Veel van de vragen die rondgingen onder mediamakers ontbrak in de essentie het daadwerkelijke probleem. Namelijk dat de redacties nog steeds bijna volledig wit zijn en dat dit mogelijk een struikelblok vormt voor etnische diversiteit, inclusie, en emancipatie voor minderheidsgroepen.

People kneeling on the streets, raising their fists during a Black Lives Matter demonstration in the United States.
Photo by Clay Banks on Unsplash

Het onderzoek

Om te begrijpen hoe journalisten en mediamakers aankijken tegen ethnische diversiteit heb ik verschillende interviews gehouden met zulke werknemers uit diverse hoeken van de sector. Dit loopt uiteen van landelijke en regionale kranten, tot TV, magazines, radiostations, podcasts, en online nieuwswebsites. In deze interviews werden de mediamakers gevraagd naar hoe zij aankijken tegen de huidige etnische diversiteit in hun bedrijf, wat er volgens hen zou moeten veranderen en hoe dit kan worden gerealiseerd.

Tegelijkertijd is het waardevol om de huidige ethnische diversiteit in mediaorganisaties aan het licht te brengen. Onderzoeken van het NRC wijzen regelmatig uit dat mediaorganisaties veelal wit zijn. Daarentegen zijn deze onderzoeken al wel een aantal jaar oud. Daarom heb ik geprobeerd deze cijfers een update te geven. Om een eerste indruk te krijgen heb ik een enquete uitgezet binnen het ADR Nieuwsmedia (bestaande uit 1 landelijke krant, 7 regionale titels, en 57 regionale edities). Ook al zijn deze resultaten niet te generaliseren, toch geeft het een eerste blik in de huidige diversiteit status van dit soort grote redacties.

Witte redacties

Uit de resultaten van de enquête blijkt dat 7% van de gevraagden een niet-witte achtergrond heeft. 93% heeft dat wel. Ter vergelijking, in 2021 heeft 24.8% van de Nederlandse bevolking een migratieachtergrond, waarvan 14.1% niet-westers. De respondenten is ook gevraagd naar hoe tevreden zij zijn over bijvoorbeeld de huidige etnische diversiteit in hun team, en die in het gehele bedrijf. Slechts 7.4% van de gevraagden geeft aan tevreden te zijn met de huidige etnische diversiteit in hum team. 6.4% zegt tevreden te zijn over de etnische diversiteit in het gehele bedrijf. Een duidelijke meerderheid van 82.2% zegt ontevreden te zijn over de huidige etnische diversiteit in hun team.

Die meerderheid krimpt aanzienlijk wanneer er gevraagd wordt of er iets aan die etnische diversiteit moet worden gedaan. Dan zegt nog maar 55.5% dat er meer moet worden gedaan om dit te bevorderen. Dezelfde vraag over gender diversiteit geniet daarentegen wel weer een duidelijke meerderheid. 87.3% van de ondervraagden vindt namelijk dat er meer gedaan moet worden om gender diversiteit te bevorderen. De gender diversiteit binnen ADR Nieuwsmedia is daarentegen al een betere afspiegeling van de samenleving. 42.6% van de respondenten geeft aan zich te identificeren als vrouw, tegenover 57.4% man. Toch is de bereidheid om aan gender diversiteit te werken 31.8%-punt hoger dan de bereidheid om aan etnische diversiteit te werken.

Een meerderheid van 51.1% denkt dat quota instellen de etnische diversiteit kan bevorderen. Toch zegt slechts 38% dat deze quota ook daadwerkelijk zouden moeten worden ingesteld. Dat weerspiegelt echter niet een totale onbereidheid voor verandering, aangezien een meerderheid van 53.3% zegt dat er meer moet worden gedaan aan etnische diversiteit, ook als dat betekent dat zij een ander zouden moeten voor laten gaan.

Uitsluiting op de werkvloer

Maar waarom lukt het nou toch niet met de etnische diversiteit bij mediaorganisaties? De opmerkelijkste en meest prominente bevinding van het onderzoek is de exclusieve werksfeer. Een aantal van de geïnterviewden (personen van kleur) geven aan zelf te maken hebben gehad met discriminatie en racisme of hoe zij van soortgelijke situaties getuige zijn geweest.

“Inderdaad, hoe zij altijd worden aangesproken als die Chinezen die zo raar eten.” (Geïnterviewde E)

Daarnaast beamen vrijwel alle geïnterviewden dit soort discriminerende situaties en geven zij aan vaker racisme op te werkvloer te hebben meegemaakt.

“Hij was de enige Marokkaan op de werkvloer en dat werd ook echt zijn rol. En ja, om heel eerlijk te zijn, er werden ook veel grapjes over hem gemaakt. Te veel.” (Geïnterviewde B)

Een gevolg hiervan is dat veel journalisten van kleur zich niet prettig voelen binnen Nederlandse redacties en daardoor ook minder snel voor een baan in de media gaan. Maar ook gevestigde journalisten van kleur verlaten eerder hun werkplek vanwege dit soort onveilige of onprettige situaties. Meerdere geïnterviewden geven aan dat zij zelf, of personen die zij kennen, zijn weggegaan bij hun werkgever vanwege uitsluiting op de werkvloer.

“Het zorgt ervoor dat mensen zoals ik zich minder aangetrokken voelen tot zulke organisaties.” (Geïnterviewde G)

A visualisation of exclusion. One pawn is placed individually outside of another group of pawns.
Photo by Markus Spiske on Unsplash

Zichtbaarheid

De geïnterviewden geven aan dat de zichtbaarheid van personen van kleur ook belangrijk is. Het gebrek hieraan zou resulteren in minder diversiteit op redacties, aangezien mediamakers van kleur zich minder aangetrokken zouden voelen tot homogene organisaties en bedrijven. Een enkeling noemt hierbij het belang van rolmodellen. Zo wordt bijvoorbeeld genoemd dat voor jonge blonde meisjes die dromen van een televisiebaan er genoeg succesvolle vrouwen zijn om naar op te kijken. Maar hoe zit dat met de kinderen die deel uitmaken van een minderheidsgroep? Wie zijn hun rolmodellen?

Ook zou de manier waarop experts van kleur worden uitgenodigd niet oprecht en juist zijn. Personen van kleur worden nu vaak alleen nog uitgenodigd om iets te vertellen wanneer het gaat over de problematiek, spanningen of vieringen binnen hun eigen gemeenschap. Daar zouden we volgens de geïnterviewden vanaf moeten.

“Ik denk dat we ook gewoon mensen met een migratieachtergrond moeten benaderen als we het bijvoorbeeld willen hebben over hart- en vaatziekten. Dat je gewoon een Marokkaanse, Turkse of Surinaamse cardioloog uitnodigt in de show, die daar heel goed over kan vertellen.” (Geïnterviewde D)

Weerstand

Niet geheel verrassend ziet de ‘top’ van de media er net zo homogeen uit als de redactie. De geïnterviewden spraken ook wel over een ‘laag van witte mannen aan de macht’. Dit zou een van de redenen zijn waarom verandering zo moeizaam plaatsvindt. Volgens de geïnterviewden is het daarom van belang dat hoofdredacties en redactieraden ook etnisch diverser worden.

“Ik hoop dat er meer mensen met een multiculturele achtergrond in posities van leiderschap terechtkomen.” (Geïnterviewde E)

Toch levert het gesprek over etnische diversiteit vaak nog veel weerstand op. Een aantal van de geïnterviewden van kleur geven bijvoorbeeld aan dat dit vaak pittige gesprekken zijn die niet altijd even prettig en veilig aanvoelen. En wanneer iemand zich dan uitspreekt over dit gevoel van onrecht op het gebied van diversiteit wordt het aangemoedigd alsof het iets bijzonders is.

“Zij heeft wel het lef om haar mond open te trekken over dit onderwerp.” (Geïnterviewde B)

Dit gevoel van weerstand, zoals omschreven door de geïnterviewden, ontstaat vaak vanuit het gevoel dat de gevestigde dominante macht wordt bevraagd of bekritiseerd voor iets gevoeligs zoals racisme. Uit automatisme volgt dan vaak een verdedigingsreactie, wat eigenlijk afleidt van een constructief gesprek.

“Mensen zitten vast in een patroon […] ik denk eigenlijk als je het gevoel kunt loslaten van: oh ik doe iets fout, dat je dan pas echt over dit soort onderwerpen kunt nadenken.” (Geïnterviewde J)

Oplossingen

Bijna alle respondenten en geïnterviewden geven aan het gebrek aan etnische diversiteit als een probleem te ervaren. De meerderheid is daarentegen ook vastberaden om positieve verandering voort te brengen. Zo worden enkele (praktische) oplossingen genoemd, die soms al op korte termijn voor verandering zouden moeten zorgen.

Een enkeling noemt bijvoorbeeld het actief scouten van journalisten van kleur (headhunting). De kanttekening die hier gemaakt moet worden is daarentegen dat dit met oprechte intenties moet gebeuren. Namelijk: het verrijken van een redactie door middel van diversiteit. Niet: het halen van een percentage om zo divers mogelijk te zijn.

Ook stellen meerdere geïnterviewden voor om de vacatures aantrekkelijker te maken voor journalisten van kleur. Zo zou er actief in vacatures moeten worden vermeld dat het bedrijf sollicitanten met een diverse achtergrond aanmoedigen om te solliciteren. Ook moet goed worden nagedacht over de verspreiding van zo’n vacature. Dit gebeurt nu vaak nog via het netwerk van journalisten op bijvoorbeeld LinkedIn. Die netwerken zijn overwegend wit, wat ervoor kan zorgen dat zo’n vacature amper mediamakers van kleur bereikt.

Daarnaast kunnen traineeships worden ingezet om mensen enthousiast te maken voor een baan in de media die misschien (nog) niet de juiste journalistieke achtergrond hebben. Zo wordt de drempel verlaagd en kan een grotere groep solliciteren op een positie in de media.

Hoe verder?

De Nederlandse redacties zijn wit en een ruime meerderheid van de mediamakers wil daar iets aan veranderen. Diversiteit wordt gezien als iets positiefs waar aan gewerkt zou moeten worden. De realiteit is echter dat dit nog altijd zeer stroef verloopt. Dit komt omdat er in veel mediaorganisaties een exclusieve werksfeer hangt. Werknemers, vooral mediamakers van kleur, ervaren uitsluiting, discriminatie, en racisme.

Er zijn daarentegen wel verschillende oplossingen mogelijk die dit probleem succesvol kunnen tackelen. Echter, zoals de meeste geïnterviewden aangeven kunnen deze oplossingen alleen werken wanneer een mediaorganisatie zich daadwerkelijk met oprechte intenties inzet om aan de etnische diversiteit te werken. Immers, de sfeer op kantoor en de cultuur die daarbij hoort moet zo veranderen dat eenieder zich welkom voelt. Zo zullen mediamakers van kleur minder snel hun werkplek verlaten, en voelen aspirant mediamakers zich sneller aangetrokken tot het streven naar een baan in de media.

“Etnische diversiteit kan helpen om ons beter te maken. Ons doel is uiteindelijk om vanuit alle perspectieven te kunnen belichten.” (Geïnterviewde B)

Voor vragen over dit onderzoek of andere verzoeken kan contact worden opgenomen met de auteur via nickypapilaja@hotmail.com

Portrait of the author of this story.

--

--

Nicky Nathaniël Papilaja

Student Experience Officer voor de Erasmus Universiteit en alumnus van de master Media Studies. Je vindt meer van mijn werk op TRUTHORTEA.com